Coenesthetische schizofrenie uit de vergeethoek
achtergrond In 1957 introduceerde Huber het begrip ‘coenesthetische schizofrenie’ met als primair kenmerk eigenaardige stoornissen van het lichaamsgevoel. Klinische ervaring leert dat patiënten met schizofrenie frequent een reeks verschillende lichamelijke gewaarwordingen vertonen. Toch besteedt de huidige classificatie volgens icd-10 en dsm-iv hier weinig of geen aandacht aan.
doel Beschrijven van de historische achtergrond en de klinische kenmerken van coenesthetische schizofrenie.
methode Achtergrondinformatie werd verzameld uit historische literatuur en de PubMed-database. We beschrijven een patiënte met eigenaardige lichamelijke belevingen waarbij het symptomenbeeld nauw aansluit bij Hubers coenesthetische schizofrenie.
resultaten Hubers beschrijving gaf aanleiding tot nieuwe inzichten in ontstaan en verloop van schizofrenie waarbij de door de patiënt subjectief ervaren symptomen centraal staan. Literatuuronderzoek en de gevalsbeschrijving tonen aan dat herwaardering van coenesthetische schizofrenie is aangewezen.
conclusie Het is aan te raden de diagnose van ‘coenesthetische schizofrenie’ op te nemen als subtype binnen het spectrum van schizofrenie. Verder longitudinaal onderzoek naar andere kenmerken van dit type, etiopathogenese en therapeutische mogelijkheden is noodzakelijk.