Frontotemporale dementie en schizofrenie op oudere leeftijd: een verkenning van executief en globaal cognitief functioneren
achtergrond Frontotemporale dementie (ftd) presenteert zich klinisch met progressieve gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen, gevolgd door cognitieve stoornissen. Bij ftd moet men differentiaaldiagnostisch denken aan andere vormen van dementie, maar ook aan psychiatrische aandoeningen, zoals schizofrenie. Zowel bij ftd als bij schizofrenie treden cognitieve stoornissen op, in het bijzonder executieve functiestoornissen.
doel Verrichten van verkennende studie naar executief en globaal cognitief functioneren bij ftd en schizofrenie op oudere leeftijd.
methode Als cognitieve screeningsinstrumenten werden de ‘Frontal Assessment Battery’ (fab) en de ‘Mini-Mental State Examination’ (mmse) gebruikt. fab- en mmse-testuitslagen van 25 ambulante patiënten met ftd in de diagnostische fase werden vergeleken met die van 31 oudere ambulante patiënten met paranoïde schizofrenie.
resultaten De patiënten met ftd hadden zowel bij de fab - als bij de mmse-testen een significant lagere score dan de patiënten met schizofrenie.
conclusie Deze verkennende studie suggereert dat er verschillen zijn in executief en globaal cognitief functioneren tussen patiënten met ftd in de diagnostische fase en oudere patiënten met schizofrenie. Dit kan mogelijk bijdragen aan de differentiatie van beide ziektebeelden.