De mindful therapeut. Een gids voor mindsight en neurale integratie. (Vert. Diderich, P.)
Stel dat het Voorjaarscongres elke ochtend zou beginnen met een sessie tai-chi, yoga, qigong of meditatie, gevolgd door dansen en zingen. Zou dat het niveau van de wetenschappelijke uitwisseling verhogen? Volgens Dan Siegel, de auteur van The Mindful Therapist, absoluut. Hij beschrijft dat hij op deze wijze een wetenschappelijke conferentie in Florence had georganiseerd en hij was zeer tevreden over de balans tussen experiëntiële praktijk en abstracte conceptuele discussies.
In zijn boek beschrijft Siegel, onderbouwd met neurobiologische data, dat een therapeut die zich bewust is van zichzelf en van zijn invloed op de ander veel effectiever werkt. Door deze gerichte aandacht kan men een integratie maken tussen mind, brein en relaties, waarbij hij onder ‘mind’ het proces verstaat waarmee de stroom van energie en informatie wordt gereguleerd; het brein is de fysieke hardware en de relaties zijn de verbindingen met binnen- en buitenwereld. Een harmonieuze (neurale) integratie bestaat uit empathische relaties, een coherente mind en een geïntegreerd brein.
In zijn opvatting is de therapeut een medereiziger van de patiënt die niet alleen de patiënt, maar ook zichzelf helpt in zijn innerlijke groei. Onder mindsight verstaat Siegel de manier waarop we energie- en informatiestromen in ons leven vormgeven en waardoor we onze empathie en inzicht kunnen vergroten ten bate van onze relaties met anderen.
Het lezen van dit boek is een soms hypnotiserende ervaring. Het boek is niet bepaald lezersvriendelijk; het kent geen echte didactische opbouw, samenvattingen ontbreken, oefeningen en voorbeelden staan door de tekst heen geweven en er zijn veel herhalingen. Juist daarom wordt bovenstaande boodschap op veel manieren en vanuit verschillende invalshoeken aan de lezer duidelijk gemaakt. Volgens Siegel zou elke therapeut (en elke wetenschapper) er baat bij hebben om dagelijks 5 tot 20 minuten mindfulnesstraining te doen, om de eigen interne wereld te leren monitoren en modificeren. Hierdoor zou men bijvoorbeeld beter in staat zijn om op uitdagingen te reageren: vanuit de activiteit van de rechter hersenhelft is men geneigd bij het signaleren van gevaar zich terug te trekken, maar door mindfulnessmeditatietraining schakelt men de linker hersenhelft gemakkelijker in en neemt de veerkracht toe.
Siegel houdt van acroniemen, zoals part: presence, attunement (afstemming), resonance en de t staat voor een aantal begrippen zoals trust, truth, traits, trauma, training en transformatie. Het boek is een synthese van psychotherapeutische en neurobiologische inzichten geschreven door een bevlogen wetenschapper.
Een veel praktischer boek is dat van Ronald Siegel: een gids met oefeningen en strategieën voor mindfulness. Voor drukbezette mensen zijn deze oefeningen zelfs te doen in de auto, tijdens het uitlaten van de hond of bij de afwas. Het streven is om een dagelijkse routine van zo’n 20 minuten te ontwikkelen. En daar krijg je iets voor terug: flexibeler kunnen omgaan met woede en verdriet, een betere verbintenis met je geliefden, meer rust en energie en minder stress, angst, depressie en lichamelijke klachten. Uit onderzoek naar het toepassen van mindfulness bij patiënten met een depressie blijkt inderdaad dat dagelijkse mindfulnessoefeningen het piekeren helpen te verminderen en terugval voorkomen. Dit boek is heel praktisch van opzet, met veel helder beschreven oefeningen.
M.M. Thunnissen