Contact met de jeugd-ggz is een zaak van culturele én sociaaleconomische verschillen
achtergrond In Nederland is de toegang tot de ggz niet voor alle etnische groepen gelijk. Ook in de kinder- en jeugdpsychiatrie is ondergebruik door jongeren van niet-Nederlandse herkomst gevonden.
doel Onderzoeken in hoeverre verschillen in het gebruik van de jeugd-ggz gerelateerd zijn aan etnisch-culturele factoren en sociaaleconomische positie.
methode Met gegevens van het Rotterdamse Psychiatrisch Casusregister berekenden wij incidentie-relatieve risico’s voor verschillende etnische groepen en inkomensniveaus. In poissonregressieanalyses werd rekening gehouden met verschillen in de bevolkingssamenstelling naar leeftijd en geslacht.
resultaten Ten opzichte van de autochtone Nederlanders kwamen alle etnische groepen minder in zorg, maar onafhankelijk van etniciteit was er ook een effect van het niveau van inkomen. Voor de autochtone bevolking gold dat de instroom van patiënten hoger is in de lagere inkomenscategorieën. conclusie Zowel etnische als sociaal-culturele verschillen spelen een rol in de toegang tot de jeugd-ggz.