Controles bij de behandeling met lithium: de richtlijn en de klinische praktijk
achtergrond Lithium kan bijwerkingen hebben op de schildklier en de nieren. Om dit te controleren dienen de spiegels van lithium, creatinine en thyroïdstimulerend hormoon (tsh) regelmatig gecontroleerd te worden.
doel Onderzoeken bij zowel psychiaters als huisartsen of zij de controles van lithiumspiegel, creatinine- en tsh-waarde twee keer per jaar verrichten conform de Richtlijn bipolaire stoornissen van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (2001).
methode Het onderzoek werd uitgevoerd op basis van de gegevens die het klinisch-chemisch laboratorium had over lithiumcontroles van 2004 in huisartsenpraktijken en de ggz in de regio Apeldoorn, een regio met ongeveer 250.000 inwoners.
resultaten Ruim 11% van de psychiaters en bijna een kwart van de huisartsen controleerde de lithiumspiegels niet zo frequent als werd geadviseerd door de richtlijn uit 2001. De huisartsen controleerden significant minder vaak dan de psychiaters. Creatinine- en tsh-waarden werden zowel door de huisartsen als door de psychiaters minder vaak gecontroleerd dan de richtlijn aangeeft, creatinine respectievelijk bij 65,8 en 61,2% en tsh bij 68,3 en 58%.
conclusie Onze aanbeveling is om een waarschuwingssysteem in te stellen vanuit het laboratorium dat de arts informeert wanneer een patiënt een controle heeft gemist. Een andere overweging is om lithium alleen door psychiaters voor te laten schrijven en niet door huisartsen.