Cognitieve gedragstherapie voor primaire insomnia: effectiviteit in een klinische setting
achtergrond De effectiviteit van cognitieve gedragstherapie voor zowel primaire als comorbide insomnia (cgt-i) is in verschillende internationale gerandomiseerde gecontroleerde trials (rct's) aangetoond. De therapeutische impact betreft voornamelijk de slaapkwaliteit en het medicatiegebruik, en in beperktere mate het functioneren overdag. Studies naar de effectiviteit van cgt-i in een klinische setting zijn tot op heden schaars.
doel Nagaan wat de effectiviteit is van cgt-i bij patiënten met primaire insomnia via een ongecontroleerde prospectieve studie in een klinische derdelijnssetting.
methode Een groep van 76 patiënten met primaire insomnia, van wie de meerderheid was verwezen naar het Leuvens Universitair Centrum voor Slaap door huisarts of specialist, volgden een 6 weken durend cgt-i-groepsprogramma. resultaten cgt-i resulteerde in een significante verbetering van de primaire slaapvariabelen, vooral inslaapduur, slaapefficiëntie en slaapkwaliteit. De totale slaaptijd nam in beperktere mate toe, vermoedelijk als gevolg van de richtlijnen betreffende slaaprestrictie. Op verschillende secundaire parameters, zoals disfunctionele cognities, gemoedstoestand, algemene gezondheid en medicatiegebruik, werd eveneens een significante verbetering vastgesteld.
conclusie cgt-i heeft een significante impact op slaapkwaliteit, medicatiegebruik en functioneren overdag bij patiënten met primaire insomnia binnen een klinische derdelijnssetting.