Een algoritme voor psychofarmaca bij verstandelijk gehandicapten: psychiatrische diagnostiek in drie stappen
achtergrond De psychiatrische behandeling van verstandelijk gehandicapten bevindt zich in een voorwetenschappelijk stadium, afgemeten aan het gebruik om diagnostiek te verrichten aan de hand van dsm-vignetten die noch voor deze weinig homogene doelgroep ontwikkeld zijn, noch de status hebben van een op etiologie en pathogenese gebaseerde diagnostiek. De farmacologische behandeling van storend gedrag komt meestal vrij willekeurig tot stand.
doel Het bevorderen van het besef dat de psychiater die met deze doelgroep te maken krijgt, moet beschikken over een grondige kennis van de syndromen op dit terrein met de bijbehorende psychiatrische en somatische comorbiditeit en van aangrenzende vakgebieden zoals genetica, epileptologie en farmacologie.
methode Aan de hand van de internationale wetenschappelijke literatuur werd nagegaan wat de rationale is voor de gangbare, vaak vrij willekeurige farmacotherapie bij storend gedrag.
resultaten Een diagnostisch algoritme werd geformuleerd dat nuttig kan zijn bij het verschaffen van evidence-based specialistische behandeladviezen en dat tevens gericht is op het voorkómen van schade.
conclusie Ter compensatie van een doorgeschoten top-downoriëntatie, waarbij men vanuit symptomen naar een onderliggende oorzaak redeneert, dient men bij de diagnostiek uit te gaan van een bottom-upbenadering waarbij de etiologie het vertrekpunt moet zijn. Op basis daarvan kan men (soms) een onderbouwd behandelvoorstel doen. In alle overige gevallen kan er voorlopig hooguit sprake zijn van symptomatische farmacotherapie met een beperkt aantal, goed gedocumenteerde psychofarmaca.