Mental Health in a Multi-Ethnic Society. A Multidisciplinary Handbook (2de druk)
Dit is de volledig bewerkte tweede druk van het handboek van de Engels-Srilankaanse psychiater Suman Fernando, dat hij dit keer samen met de socioloog Frank Keating heeft geredigeerd. Het boek laat een sombere indruk achter die enige tijd blijft hangen: kort gezegd komt het pleidooi van de auteurs erop neer dat ondanks goede bedoelingen en ondanks wettelijke regels er in Groot-Brittannië geen goede specifieke hulp is voor patiënten uit etnische minderheden. En dat racisme in de geestelijke gezondheidszorg overal aanwezig is, resulterend in een oververtegenwoordiging van patiënten uit minderheden in gesloten inrichtingen en in forensische instituten. Wat echter goede zorg is, komt in het boek minder goed uit de verf. Weliswaar worden er verschillende programma's beschreven, variërend van zorg voor zwarte moeders en hun kinderen tot specifieke hulp voor mensen uit het Verre Oosten. Maar er is weinig bekend over de efficiëntie en de effectiviteit van de programma's en over de acceptatie ervan bij hun doelgroepen. Nergens wordt een verantwoording of een evaluatie van de programma's beschreven. Arthur Kleinman, de bekende transcultureel psychiater, zei tijdens zijn bezoek in 2007 aan Nederland dat cultuurspecifieke programma's in de psychiatrie zouden moeten voldoen aan dezelfde wetenschappelijke normen als medicatieonderzoek. Wel, dat is met dezeprogramma's, hoe mooi ook van opzet, niet het geval. Het boek geeft wel een kijk op de discussie die er momenteel woedt in de transculturele psychiatrie in Groot-Brittannië: dient de hulpverlening niet meer in te gaan op de wensen van de hulpvragers? Die willen namelijk een totaalpakket aan zorg, inclusief maatschappelijk werk gericht op betere huisvesting en beter werk, en niet enkel geestelijke gezondheidszorg in engere zin. Of dit te maken heeft met de situatie in ons buurland kan men slechts vermoeden: het onderscheid in klassen is daar groter dan bij ons, hoewel het in Nederland weer graag ontkend wordt. Het is dan wel opvallend dat sociale klasse naast etnische identiteit in het boek niet ter sprake komt. Het boek, hoe goedbedoeld ook, schiet, zeker in de algemene en concluderende hoofdstukken, zijn doel voorbij. Als de redacteuren in het eindhoofdstuk ook hun 'zwarte' collega's aanvallen omdat ze geen interesse hebben voor een andere aanpak, is de gedachte snel: welke aanpak is dan écht de moeite van het proberen waard? De suggesties die de redacteuren doen: meer gebruik maken van spiritualiteit en van complementaire geneeswijzen, klinken wat oubollig in de oren, en zijn, wederom, niet op stevige feiten gebaseerd. Kortom, het boek laat kansen liggen. En dat verdient de multiculturele zorg niet.
H. Rohlof