Cognitive Behavioral Therapy for Eating Disorders. A comprehensive Treatment Guide
Dit boek is, zoals de titel al suggereert en in het voorwoord expliciet wordt aangegeven, bedoeld voor clinici. Het beoogt bruikbaar te zijn in de praktijk en niet een omvattende review van effectstudies op het gebied van de cognitieve gedragstherapie bij eetstoornissen te geven. Maakt dit werk deze claim waar? Om er niet te lang omheen te draaien: ja, ruimschoots. Het boek is de vrucht van een behandelteam met zeer ruime ervaring in zowel cognitieve gedragstherapie als de behandeling van eetstoornissen. De auteurs onderschrijven nadrukkelijk het uitgangspunt van de evidence-based clinical practice. Echter: de behandeling van eetstoornissen en vooral die van anorexia nervosa en eetstoornis niet anderszins omschreven (nao), is nog ver verwijderd van een solide basis voor evidence-based behandelrichtlijnen. De patiënten en clinici van nu kunnen zich niet permitteren te wachten tot de paradijselijke toestand van solide evidence-based praktijk is bereikt. De auteurs hebben daarom hun uitgangspunten uitgebreid met het principe van de evidence-generating praktijk. De behandelrichtlijnen in het voorliggende werk zijn niet het theoretische werk van kamergeleerden, maar komen voort uit systematische, empirische trial-and-error in interactie met (vele) patiënten. Mede hierdoor geven de auteurs zich expliciet rekenschap van zaken die vaak in behandelprotocollen niet of onvoldoende aan bod komen, zoals de behandeling van patiënten met significante as i- en/of as ii-comorbiditeit. Wie langere tijd klinisch gewerkt heeft met patiënten met eetstoornissen weet dat, vaak ernstige, comorbiditeit bij hen eerder regel dan uitzondering is. De auteurs stellen daarom ook dat gezien de diversiteit van patiënten met eetstoornissen het niet mogelijk is om een definitief behandelprotocol te schrijven. Hun boek is daarom gefocust op cognitief-gedragstherapeutische principes, die de individuele clinicus bij de individuele patiënt geïndividualiseerd toepast. Dit besef dat enerzijds onderbouwde, concrete behandelrichtlijnen onontbeerlijk zijn en dat anderzijds een behandelprotocol geen keurslijf mag zijn dat men elke behandelaar en patiënt ongemodificeerd kan opdringen, ziet men in elk hoofdstuk terugkomen. Naast cognitieve gedragstherapie in engere zin komen tevens zaken zoals psychodiagnostiek, de therapeutische grondhouding van de clinicus, motivationele counseling, psycho-educatie, somatische complicaties, voeding en maaltijdplanning uitgebreid aan bod. Ook schuwen de auteurs het onderwerp 'wat als cognitieve gedragstherapie ineffectief blijkt?' niet en wijden zij een hoofdstuk aan de vraag hoe om te gaan met een recidief. Ook dit werk heeft echter zijn beperkingen. Als clinicus die vooral met patiënten met anorexia nervosa werkt die in verband met zeer ernstig (bmi < 13) en hardnekkig ondergewicht een klinische behandelsetting nodig hebben, had ik graag wat meer handreikingen voor deze patiëntgroep en deze behandelsetting gezien. Onze ervaring op basis van een meer dan 20-jarige systematische, empirische trial-and-errorzoektocht naar een effectievere behandeling voor deze subgroep met anorexia nervosa is dat de transdiagnostische aanpak die in dit boek centraal staat, hierbij duidelijk tekortschiet. Ondanks deze kanttekening is dit boek een aanrader voor clinici die met patiënten met eetstoornissen te maken hebben.
F.L. Wojciechowski