In de spreekkamer van de psychiater
Dat René Kahn, hoogleraar psychiatrie te Utrecht, niet alleen een uitmuntend wetenschapper is, maar ook voor een breed publiek kan schrijven, heeft hij al uitvoerig bewezen. Vooral zijn populair wetenschappelijke boek Onze hersenen werd een regelrechte bestseller. In dit nieuwe boek neemt hij de lezer mee naar de werkterreinen van de moderne psychiater: de spreekkamer, de polikliniek en de verpleegafdeling, maar ook de intensive care, de gevangenis en zelfs de operatiekamer. In een meeslepende stijl vermengt de auteur casussen van patiënten die lijden aan depressie, bipolaire stoornis, angst- en dwangverschijnselen, slaapstoornissen, dementie, alcoholverslaving en waanstoornissen met geschiedkundige overzichten van, onder meer, het neuropsychologisch onderzoek, elektroshocktherapie, cognitieve therapie, behandeling met antipsychotica en lithium, en deep brain stimulation. Bij dit alles laat Kahn er geen twijfel over bestaan dat hij in de eerste plaats een biologisch georiënteerd psychiater is, die dweept met de dsm-diagnostiek en het sychodynamisch denken passé vindt. Hij is geïnteresseerd in symptomen, niet in verhalen. Het boek bevat meerdere pareltjes. Bijvoorbeeld een hilarische beschrijving van de, in vroegere tijden gebruikelijke, 'grote visite' door de hoogleraar en zijn gevolg: 'Ter lering en vermaak (van anderen natuurlijk) krijgt een co-assistent nog een vinnige doch passende overhoring van de hoogleraar toegeworpen en als deze foutief dan wel aarzelend wordt beantwoord, kijken de stafleden en de hoogleraar elkaar ostentatief minzaam aan'. Een minpuntje toch. Voor een populariserend boek is de leesbaarheid niet overal optimaal. Zinnen zijn, naar mijn smaak, soms wat lang uitgesponnen en door veelvuldige bijzinnen onnodig gecompliceerd. Maar al met al is dit een boek dat - ondanks een zekere eenzijdigheid - veel misverstanden en foutieve denkbeelden over de psychiatrie bij het grote publiek kan wegnemen. Zelf heb ik er in ieder geval van genoten.
B. van Houdenhove