Grenzen aan evidence-b(i)ased psychiatrie?
Evidence-based medicine (ebm) is een algoritme om informatietechnologie en resultaten van effectonderzoek te integreren in klinisch werk. Goed begrepen ebm is een waardevolle en kritische bottom-upmethode, die een dialectisch proces stimuleert om tot een gefundeerde behandelingskeuze te komen, uitgaande van en in samenspraak met de individuele patiƫnt en in discussie met de literatuur. ebm dreigt echter een ideologie te worden als men zich niet bewust is van haar premissen en epistemologie. Ze is niet waardevrij, maar wordt gestuurd door een impliciet objectivistisch mensbeeld. Bij ebm plaatst men biomedische wetenschappen boven menswetenschappen, empirie boven hermeneutiek en kwantitatief boven kwalitatief onderzoek. Bij ebm ligt de nadruk op interne validiteit en werkzaamheid; het risico daarvan is veronachtzamen van kwalitatieve, moeilijk meetbare veranderingen, ecologische validiteit, doeltreffendheid en generaliseerbaarheid van onderzoeksgegevens naar de praktijk. In de context- en waardegevoelige psychiatrie stuit men nog meer op de beperkingen van ebm. ebm is waardevol bij kritisch gebruik, met oog voor de grenzen en de onderliggende filosofie, en als ze aangevuld wordt met onder andere value-based medicine (vbm). ebm leert niet wat zinvol of waardevol is, terwijl vbm de explicitering en de afweging ondersteunt van de waarden die in het geding zijn.