Piekeren. Een stapsgewijze methode om je gepieker te verminderen
'Stop je getob in vier weken', daarmee wordt deel één van het boek aangevat. Het stopproces begint met een definitie van piekeren: 'torturer l'esprit'. Piekeren wordt door de auteurs bestempeld als een vorm van zelfkwelling. Daarna volgt een korte samenvatting van de aanpak van piekeren. Deze aanpak bestaat voornamelijk uit het herkennen van piekergedachten en ze vervangen door iets anders. Oefening en volharding lijken de sleutel tot het beloofde succes. Na een aantal punten vooraf waarin geijverd wordt voor realistische persoonlijke doelstellingen, volgt er een 'nulmeting' van het piekergedrag om dan uiteindelijk de interventie aan te vatten. Deze is per dag opgebouwd met telkens een opdracht om te noteren als afsluiter van de dag. Na iedere week wordt het piekergedrag geturfd. Bij de aanvang van de wekelijkse aanpak mag de piekeraar tweemaal per dag een piekerkwartier houden. Tijdens dat kwartier wordt tijd genomen om te piekeren, gevolgd door een oefening ter vervanging . Een eerste vervangoefening is het positief piekeren of het 'herbeleven' van een prettige herinnering met alle zintuigen. De auteur gaat ook in op mogelijkheden om afleiding te zoeken. Vanaf dag 3 volgen de oefeningen uit de op mindfulness gebaseerde therapie elkaar op: ademen en handelen met aandacht en gedachten laten dwarrelen. Daarna passeert het praten over piekeren zowel in vivo als in vitro de revue; vervolgens wordt een aantal relaxatietechnieken aangereikt: spierontspanning en buikademhaling. Dit alles overgoten met de cognitie 'ik moet, ik wil' om week 1 af te ronden. Tijdens week 2 komen nieuwe oefeningen aan bod: opschrijven van piekergedachten; stilstaan bij het positieve, het negatieve en het waarschijnlijke toekomstalternatief; hoe wil ik volgende keer reageren; beeld je in dat je een kat bent en muizenissen kan vangen. Week 2 eindigt met een woordje tussendoor. Piekeren wordt gedefinieerd als het blijven hangen in voorbereiding van actie en piekergedachten worden bestempeld als fantasieën. Vanaf week 3 worden de ruimere denkgewoonten onder de loep genomen aan de hand van schrijfoefeningen. Hierbij wordt op zoek gegaan naar kerngedachten: gedachten die zich steeds opnieuw opdringen tijdens het piekeren. Turven krijgt ook zijn plaats in het bewustwordingsproces. Dit turven dient als uitgangsmeting voor een opdracht 'halveer nu het piekeren over X met de helft'. Met de oefening 'volgende gedachte' kan men aan den lijve ondervinden dat piekeren cirkels draaien is rond dezelfde thema's. Dit alles afgewisseld met een ontspanningsoefening. Tijdens week 4 oefent men om piekergedachten te vervangen door positieve gedachten. Er wordt even halt gehouden bij de zogenaamde denkfouten (veralgemenen, zwart-witdenken, gedachten lezen…). Dan volgt een beslissingshulp om over te gaan tot de stelling 'piekeren zijn gedachten in plaats van de waarheid'. Na al dit harde werken is het tijd voor een piekercursus voor gevorderden. Die bestaat hoofdzakelijk uit het nalopen van favoriete piekergedachten en hun alternatief. En daarna is het tijd om vredig te gaan slapen? Misschien eerst nog even oefenen aan de hand van de bijgeleverde cd. Het boek is mijns inziens echt geschreven als een zelfhulpboek, voornamelijk voor de beginnende 'piekerbestrijder'. De cd met oefeningen lijkt mij een waardevolle 'doe'-aanvulling.
E. Brunfaut