Adolescentie, schizofrenie en drugs: interacterende kwetsbaarheid. Een hypothese
achtergrond Vele onderzoeken rapporteren een samenhang tussen druggebruik en schizofrenie. Beide ontstaan vaak in de adolescentie of tijdens de vroege volwassenheid.
doel Bespreken van neurobiologische en psychosociale ontwikkelingsfactoren in de adolescentie en de vroege volwassenheid die mogelijk bijdragen aan deze samenhang.
methode Literatuuronderzoek met behulp van PubMed, handboeken en referenties, met als zoektermen: 'adolescence', 'neurodevelopment', 'psychosis', 'schizophrenia', 'dopamine' en 'substance (ab)use'; zonder beperking van tijdsperiode.
resultaten De adolescentie kent psychosociale uitdagingen en veranderingen in de hersenen die bij gepredisponeerde individuen de kans op zowel een psychose in het kader van schizofrenie als middelenmisbruik verhoogt. Een overmatig verloren gaan van dopaminerge verbindingen kan leiden tot mesocorticale hypofrontaliteit met anhedonie en dysforie; belangrijke risicofactoren voor middelenmisbruik. Mesocorticale hypofrontaliteit kan bijdragen aan hyperactiviteit van het mesolimbisch systeem welke samenhangt met psychotische symptomen. Voor het samen voorkomen en starten van schizofrenie en middelenmisbruik in de adolescentie en vroege volwassenheid werden geen andere neurobiologische verklaringen gevonden. Er is wel een mogelijke interactie van het gaba-glutamaatsysteem met de dopaminerge neurotransmissie.
conclusie Drugmisbruik en schizofrenie hebben een deels overlappende pathogenese en het samen voorkomen vraagt mede daarom om geïntegreerde behandeling. In de behandeling met antipsychotica moeten dysforie en anhedonie zoveel mogelijk worden vermeden, zowel voor het welbevinden en de therapietrouw van de patiënt als voor de preventie van (verergering van) middelenmisbruik.