Erflaters van de psychiatrie
Dit boek is een korte en bescheiden bijdrage tot de geschiedenis van de psychiatrie in de vorm van 24portretten van psychiaters uit vervlogen tijden (en van belangrijke voorlopers of inspiratoren van de zich in het begin van de 19de eeuw als discipline uitkristalliserende wetenschap inzake geestesziekten en hun behandeling). Ik kan het zonder meer aan psychiaters in opleiding en aan praktiserende vakgenoten (inclusief klinisch psychologen) van harte aanbevelen. Ofschoon elke keuze met betrekking tot de grondleggers van de klinische psychiatrie tot op zekere hoogte subjectief is, ofwel gebiast wordt door een meer dan terecht (ofwel minder legitiem) geconsacreerd worden hiervan in Kaplan & Sadock's Comprehensive Textbook of Psychiatry (2005), is de hier voorgelegde selectie representatief en mijns inziens (zeker voor een opusculum van deze omvang) verdedigbaar, zeker vanaf het achtste (dubbel)portret: Vincenzo Chiarugi - Philippe Pinel. Voor wat de hieraan voorafgaande portretten betreft (Hippocrates, Paracelsus, Wier, Huarte de San Juan, Burton, Willis en Sydenham), zou kunnen worden geargumenteerd dat de relatie met de psychiatrie als specialisme betreffende geestesziekten en hun behandeling, iets minder duidelijk of op zijn minst genomen minder hecht is. Het was ook met betrekking tot deze figuren niet zo eenvoudig binnen een zo kort bestek (3 à 4 pagina's) hun positie ten aanzien van de vraag wat als 'psychisch gestoord' en wat als 'psychisch gezond' mag worden aangezien, te verhelderen, de impact in te schatten die hiervan op een later tijdstip is uitgegaan op het theoretiseren inzake geestesziekten en hun behandeling, en vooral om op een genuanceerde wijze aan de zo verleidelijke neiging tot 'ahistorische retroprojectie' van concepten uit het heden naar een tijdsgewricht waarin zij geen plaats vonden (en ook niet eens konden hebben) het hoofd te bieden. De wijze waarop de auteur deze portretten (vanaf Philippe Pinel tot en met Kurt Schneider) heeft samengesteld, waarbij hij in ultrakorte schetsen een gedegen en betrouwbaar beeld geeft van de persoonlijkheid van een aantal belangrijke grondleggers van de 'moderne' psychiatrie, van hun gedachtegoed, van de door hen ingebrachte innovaties én van hun betekenis voor de huidigepsychiatrie, dwingt bewondering af. Zijn geschrift kan heel zeker als 'appetizer' fungeren en zal, zo mag men hopen, heel wat van onze vakgenoten uitnodigen om zich ook op dat vlak eens aan een inspirerende meergangenmaaltijd te begeven.
J. Godderis