Laat-ontstane schizofrenie: een dementia nonpraecox? Overzicht en aanbevelingen voor de differentiële diagnostiek
achtergrond Er bestaat een decennialange discussie of de laat-ontstane schizofrenie (los) een aparte vorm is van schizofrenie. Een belangrijke vraag is of laat-ontstane schizofrenie een neurodegeneratieve etiologie heeft en progressief van aard is.
doel Inzicht krijgen in de klinische aspecten, etiologische factoren en beloopskenmerken van los. Tevens aanbevelingen doen voor de praktijk ter verbetering van de diagnostiek en de differentiëring van dementie.
methode Met behulp van Medline en de Cochrane databases werd gezocht op de trefwoorden '(very) late-onset schizophrenia' en 'paraphrenia', gecombineerd met 'course', 'outcome', 'cognition', 'decline', 'white matter hyperintensities', 'mri' en 'neuropsychological', 'postmortem' en 'cerebrospinal fluid'. De onderzochte publicatieperiode was 1960-november 2004.
resultaten Klinische parameters en functioneel/structureel hersenonderzoek vertonen zowel verschillen als overeenkomsten met de vroege vorm van schizofrenie ('early-onset', eos). Bij de 'very-late-onset schizophrenia-like psychosis' (vlos) bestaat geen duidelijkheid over het beloop en blijken de klinische verschillen ten opzichte van de vroege vorm nog meer uitgesproken. In hoeverre neurodegeneratieve factoren een rol spelen is onbekend.
conclusie Onduidelijk blijft of (v)los een van eos neurobiologisch te onderscheiden ziektebeeld is, gezien de onduidelijkheid over de etiologische en fysiopathologische factoren. In hoeverre de (v)los een dementia non-praecox is, is niet aangetoond. Het is van groot belang om de klinische diagnose los zo goed mogelijk te onderbouwen en te blijven evalueren.