Psychische klachten en het gebruik van de geestelijke gezondheidszorg na de vuurwerkramp Enschede. Een longitudinaal vergelijkend onderzoek
achtergrond Het gebruik van de geestelijke gezondheidszorg (ggz) van rampgetroffenen ten opzichte van niet-rampgetroffenen en de samenhang met psychische klachten is nauwelijks bestudeerd.
doel Onderzoeken of getroffen bewoners van de vuurwerkramp Enschede (mei 2000) meer psychische klachten hebben en meer gebruikmaken van de ggz dan een vergelijkingsgroep. Analyseren van de samenhang tussen ggz-gebruik en psychische klachten bij de getroffenen 2-3 weken en/of 18 maanden na de ramp.
methode Direct na de vuurwerkramp is gestart met een longitudinaal vergelijkend gezondheidsonderzoek. Voor dit artikel zijn de gegevens geanalyseerd van de getroffen bewoners die 2-3 weken en/of 18 maanden na de ramp een vragenlijst hebben ingevuld (n = 1116). Tevens zijn de gegevens van een vergelijkingsgroep van niet-getroffenen (n = 609) onderzocht.
resultaten Getroffen bewoners hebben 18 maanden na de ramp meer psychische klachten en maken meer gebruik van de ggz (31%) dan de vergelijkingsgroep (9%) in de periode van 6-18 maanden na de ramp. Getroffenen met psychische klachten volgens de Symptom Checklist-90, de Schokverwerkingslijst en de Self-Rating Scale for Post-Traumatic Stress Disorder bij de eerste en/of tweede meting, maken vaker gebruik van de ggz, overwegen vaker hulp te zoeken en hebben vaker op dit moment nog contact met de ggz dan getroffenen zonder deze klachten. Van de getroffenen die 18 maanden na de ramp volgens de Self-Rating Scale voldoen aan de criteria van posttraumatische stressstoornis (19,6%), heeft 45,8% nu nog contact met de ggz.
conclusie In de periode van 6-18 maanden na ramp is door de getroffenen ruim 3 keer zoveel gebruikgemaakt van de ggz dan door niet-getroffenen. De ggz heeft veel getroffenen met psychische klachten bereikt. Een minderheid van hen heeft nog contact met de ggz. Allochtonen maken niet minder gebruik van de ggz dan autochtonen.