Transseksuele adolescenten vóór de behandeling: achtergrond en functioneren
achtergrond In het afgelopen decennium zijn transseksuelen zich op steeds jongere leeftijd bij de hulpverlening gaan aanmelden. Omdat dit hulpverleners voor nieuwe vragen stelt, is de behoefte aan systematisch verzamelde gegevens over grotere aantallen patiënten toegenomen. Vooral het psychisch functioneren is in de context van de hulpvraag van belang.
doel Beschrijven van enkele achtergrondgegevens en van het functioneren van transseksuele adolescenten die zich achtereenvolgens op het genderidentiteitsstoornissen-spreekuur van de polikliniek jeugdpsychiatrie van het Universitair Medisch Centrum Utrecht hebben aangemeld. methode Bij 78 jongeren die de diagnose transseksualiteit kregen, zijn kort na aanmelding demografische gegevens en andere achtergrondgegevens, evenals gegevens over de intelligentie en het psychisch functioneren verzameld. Dit gebeurde via een gestructureerd interview, een intelligentietest en enkele (persoonlijkheids)vragenlijsten.
resultaten Er zijn geen opvallende sociale of andere achtergrondgegevens waar te nemen. Qua intelligentie en persoonlijkheid scoort de groep in de gemiddelde range vergeleken met normgroepen. Een subgroep die relatief ongunstig scoort in relatie tot een normgroep blijkt ten opzichte van de normaal scorende groep niet te verschillen in de gezins- en opvoedingssituatie, intelligentie en opleidingsniveau. Wel lijken in deze groep meer depressieve gevoelens bij de ouders voor te komen. conclusie Een groot deel van de onderzochte transseksuele adolescenten vertoont geen psychische problemen ten tijde van hun aanmelding. Aan de subgroep die wel problemen rapporteert, moet extra zorg worden besteed gedurende de eerste diagnostische fase en tijdens en na de behandeling. Ook moet bij hen met nog grotere voorzichtigheid dan bij de anderen een geslachtsaanpassing worden geïndiceerd.