Cycloïde psychose: een vergeten diagnose?
achtergrond Het klinische beeld van de cycloïde psychose werd in 1928 door de Duitser Kleist geïntroduceerd en later door zijn leerling Leonard uitgewerkt. Samen met Wernicke waren zij het oneens met de dichotome classificatie van Kraepelin van psychosen in manisch-depressieve psychose en schizofrenie. Volgens sommige auteurs is de cycloïde psychose een gevalideerde diagnose, die zich ook tegenwoordig onderscheidt binnen het klinische spectrum tussen de bipolaire stoornis en schizofrenie.
doel Een literatuuronderzoek naar de historische ontwikkeling en de huidige klinische relevantie van het concept van de cycloïde psychose.
methode Literatuur werd verzameld met behulp van Medline. Als trefwoorden werden gebruikt psychosis, cycloid, postpartum en history. Er is geen tijdvak aangegeven. Via de verkregen artikelen werd aanverwante literatuur opgevraagd.
resultaten en conclusie De cycloïde psychose is een ziektebeeld, dat doorgaans postpartum geluxeerd wordt. Het overlapt met de DSM-IV-categorieën '(schizo-)affectieve stoornis' en de 'psychotische stoornis (Niet Anderszins Omschreven)'. Het ziektebeeld is niet in de DSM-IV, maar wel in de ICD-10 geclassificeerd. Van de postpartumpsychosen zijn 47-54% cycloïde psychosen, wat een levenslange kwetsbaarheid voor psychotische recidieven betekent. Door sommige auteurs wordt de cycloïde psychose beschouwd als een valide diagnose van een nosologische entiteit. De medicamenteuze (onderhouds)behandeling en de (mogelijk genetische) etiologie is tot op heden weinig systematisch onderzocht, wat de beoordeling van de klinische relevantie moeilijk maakt.