Medical complications of psychiatric illness
De titel van deze pocket, Medische complicaties van psychiatrische aandoeningen, suggereert dat psychiatrische aandoeningen op zich niet 'medisch' zijn en verwijst naar de aloude dichotomie van lichaam en geest. Een interessant gegeven in deze tijd van 'de psychiater als medisch specialist'.
In de introductie maken de auteurs, waarvan sommigen psychiater en anderen internist, in heldere bewoordingen duidelijk voor wie zij dit boek hebben geschreven en met welk doel. Het boek is bedoeld voor psychiaters die primair werkzaam zijn in een algemene psychiatrische setting voor volwassenen. Het doel is psychiaters te helpen om de lichamelijke gezondheid van hun patiënten adequaat te evalueren en waar nodig aanvullende actie op dat gebied te bevorderen.
Zij geven een tweetal redenen om dit boek te schrijven. Allereerst signaleren ze dat menig psychiater zich minder competent acht, in de zin van gebrek aan kennis en vaardigheden, op het gebied van lichamelijke ziekte en gezondheid. Daarnaast wordt geconstateerd dat psychiaters weinig structurele aandacht hebben voor de lichamelijke gezondheid van hun patiënten. Deze redenen zijn nogal negatief en beschuldigend in de richting van de psychiater. De moderne psychiater zal zich zeer waarschijnlijk ook niet meer herkennen in dit beeld. Er is een aantal andere, inhoudelijk veel steekhoudender epidemiologische argumenten aan te dragen die het belang van het onderwerp van dit boek onderstrepen. Zo hebben psychiatrische patiënten, gecorrigeerd voor zelfbeschadigend gedrag, een hogere somatische morbiditeit en mortaliteit dan psychisch gezonde mensen. Daarnaast vormt een psychiatrische stoornis een belangrijke risicofactor voor een slechter beloop van een comorbide lichamelijke ziekte. En als laatste argument: ook psychiatrische patiënten vergrijzen, met als gevolg dat ook om die reden er een grotere kans op comorbide lichamelijke stoornissen is. Deze zaken worden later in het boek wel aan de orde gesteld.
Het boek is opgebouwd uit twee delen: het eerste deel heeft betrekking op het evalueren van lichamelijke gezondheid van acute en chronische psychiatrische patiënten; het tweede deel bespreekt somatische aspecten van specifieke psychiatrische syndromen, zoals schizofrenie, affectieve stoornissen, maar ook alcohol- en drugsmisbruik en nagebootste stoornissen. De hoofdstukken getuigen van een gedegen praktische kennis.
Het onderwerp is actueel, aantrekkelijk en uitdagend. De auteurs hebben de discussie over de ook voor de dagelijkse praktijk van belang zijnde algehele relatie tussen lichaam en geest slechts zijdelings en oppervlakkig besproken. Wel hebben ze een goede poging gedaan om door middel van algemene richtlijnen somatische comorbiditeit toegankelijker te maken voor de algemeen psychiater in de dagelijkse praktijk. Deze richtlijnen zijn goed onderbouwd met relevante literatuurverwijzingen. Een groot struikelblok wordt daarmee echter opgeworpen, namelijk de grote verschillen in de gezondheidszorgsystemen in de vs en Nederland. In Nederland wordt immers een belangrijke rol toegedicht aan de huisarts als spil in de gezondheidszorg, ook voor bijvoorbeeld de ambulante chronisch psychiatrische patiëntenpopulatie, die in beschermde woonvormen verblijft. De adviezen die in dit boek worden gegeven ten aanzien van omgang met lichamelijke aspecten van psychiatrische ziekten zijn dan ook niet zonder meer toepasbaar en/of aan te bevelen in de Nederlandse praktijk. Bij de groep patiënten met een primaire lichamelijke aandoening waarbij een overlap lijkt te bestaan met psychiatrische aandoeningen mis ik aanbevelingen om de psychiatrische symptomen adequaat te inventariseren en zo miskenning van comorbide psychiatrische stoornissen te voorkomen.
Al met al een interessant boek dat helaas niet direct bruikbaar is in de Nederlandse praktijk. Misschien is het hoog tijd dat zo'n boek er komt.
A. Honig