Genderbias en persoonlijkheidsstoornissen
achtergrond De komst van de DSM-III in 1980 heeft geleid tot een ideologische controverse over het voorkomen van genderbias in de psychiatrische diagnostiek. Dit geldt in het bijzonder voor de persoonlijkheidsstoornissen.
doel Het geven van een kritische beschouwing van de wetenschappelijke evidentie voor genderspecifieke prevalenties en het voorkomen van genderbias in de diagnostiek van persoonlijkheidsstoornissen.
methode Het onderzoek bestaat uit een kritisch literatuurreview.
resultaten Onderzoek laat zien dat: (1) seksespecifieke prevalentieverschillen plausibel zijn; (2) vooralsnog geen harde conclusies kunnen worden getrokken over de precieze richting en grootte van deze verschillen; (3) er evidentie bestaat voor genderbias bij beoordelaars en niet in het classificatiesysteem; en (4) de geobserveerde genderbias in de beoordeling vooral optreedt op diagnostisch niveau en minder of niet op criteriumniveau.
conclusie Onderzoek naar genderbias in de diagnostiek van persoonlijkheidsstoornissen duidt hoofdzakelijk op het belang van zorgvuldige diagnostiek op het niveau van de diagnostische criteria, bijvoorbeeld door middel van een semi-gestructureerd interviewschema.