Genderverschillen in psychische stoornissen, consequenties en zorggebruik
achtergrond Er is weinig bekend over de mate waarin de resultaten van onderzoeken over gender/sekseverschillen in psychische stoornissen en hulpzoekgedrag uit Amerikaanse en Canadese onderzoeken ook gelden voor Nederland.
doel Het vaststellen van gender/sekseverschillen in psychische stoornissen, consequenties en zorggebruik bij volwassenen die niet in instellingen verblijven, en het vergelijken van de resultaten met die van Amerikaanse en Canadese onderzoeken.
methode De gegevens komen uit de Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS), een prospectief cohortonderzoek naar psychische problematiek onder volwassenen. Een gestandaardiseerd psychiatrisch interview, het Composite International Diagnostic Interview 1.1 (CIDI), is gebruikt voor het vaststellen van DSM-III-R-diagnosen (Diagnostic and statistical manual of mental diseases, 3de herziene druk ). Voor de analyses zijn chi-kwadraattoetsen toegepast. resultaten Vrouwen en mannen verschillen niet in de eenjaarsprevalentie en de driejaarsincidentie van ten minste één DSM-III-R-stoornis. Gender/sekseverschillen zijn er wel voor de verschillende hoofdgroepen van psychische stoornissen. Bij vrouwen komen vaker (voor het eerst) stemmingsstoornissen en angststoornissen voor. Bij mannen komen middelenstoornissen vaker (voor het eerst) voor. Vrouwen ervaren ook vaker beperkingen als gevolg van psychische problemen, en zoeken vaker hulp in zowel de eerstelijnsgezondheidszorg als de geestelijke gezondheidszorg - ook na correctie voor het vóórkomen van psychische stoornissen.
conclusie Deze in Nederland gevonden gender/sekseverschillen in psychische stoornissen en hulpzoekgedrag bevestigen de resultaten uit eerdere Amerikaanse en Canadese onderzoeken.