De dissociatieve identiteitsstoornis en het postmoderne bewustzijnsbegrip
Een aantal controversen over de dissociatieve identiteitsstoornis (dis) worden besproken. Bestudering van deze controversen maakt duidelijk dat zij samenhangen met het gebruik van begrippen als 'identiteit' en 'bewustzijn' in de definitie van de dis. Deze begrippen zijn afkomstig uit de filosofie en geoperationaliseerd met onvoldoende empirische onderbouwing om te worden gebruikt in psychiatrische ziektebeelden zoals de dis. Dit zet de validiteit van dit psychiatrische ziektebeeld onder druk. Bij nadere analyse komen frappante overeenkomsten naar voren tussen controversen over bewustzijn en zelfconcept die heersen in de postmoderne filosofie, en de controversen over de dis. Het lijkt erop dat de psychiatrie niet alleen de begrippen, maar ook de bijbehorende controversen heeft geïmporteerd uit de filosofie. De gevolgen hiervan voor de psychiatrie worden besproken, en de noodzaak voor de psychiatrie om zelfstandig tot een conceptuele benadering van de dis te komen. Dit moet worden gebaseerd op empirisch onderzoek en een klinische operationalisering van het begrip identiteitsstoornis, gericht op een nadere differentiatie van geheugenfuncties.