De prevalentie van persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen kritisch bekeken
Uit literatuuronderzoek blijkt dat er nog geen duidelijkheid bestaat of persoonlijkheidsstoornissen bij het ouder worden minder gaan voorkomen. Wel wijzen prevalentiecijfers op een afname van de cluster B-groep. Er is echter geen longitudinaal onderzoek verricht dat doorloopt tot in de ouderdom. In dit artikel worden mogelijke verklaringen beschreven voor de lagere prevalentiecijfers, zoals beloop van persoonlijkheidsstoornissen, cohorteffecten en diagnostiek. De veronderstelling dat vooral falende diagnostiek verantwoordelijk is voor de lage prevalentiecijfers lijkt niet juist.
Er wordt ingegaan op problemen in de diagnostiek en er worden enkele aanbevelingen gedaan om As II van de DSM meer van toepassing te maken op de oudere met persoonlijkheidspathologie. Er lijkt plaats voor de diagnose 'persoonlijkheidsstoornis in remissie'.