Vasculaire dementie
Het wetenschappelijk onderzoek bij vasculaire dementie (VaD) is pas betrekkelijk laat op gang gekomen. Dit is opmerkelijk, daar de preventieve en therapeutische mogelijkheden in aanleg groter zijn dan bij de ziekte van Alzheimer. Gebrek aan eenduidigheid bij de diagnose, de classificatie en de gebruikte terminologie vormden tot voor kort een grote belemmering in de vooruitgang van het onderzoek. Recent zijn nieuwe criteria voor VaD geïntroduceerd. Daarin wordt rekening gehouden met de tijdsrelatie tussen de cerebrovasculaire stoornissen en de dementie, en met de bevindingen van het beeldvormend hersenonderzoek. Deze criteria zijn een duidelijke stap vooruit. De voorheen veel gehanteerde ischemische score van Hachinski e.a. dient vooral om ischemische stoornissen uit te sluiten. De opvatting dat een aantal klinische (bijvoorbeeld depressie) en neuropsychologische stoornissen eerder pleiten voor een vasculaire etiologie, is inde dagelijkse praktijk wijdverbreid. Empirisch onderzoek dienaangaande laat echter zien dat er weliswaar voor een aantal klinische aspecten (geringe) verschillen bestaan tussen de groepen, maar dat deze bij de individuele patiënt onvoldoende differentiatie vertonen. Er is dringend behoefte aan onderzoek waarin het effect van preventieve en therapeutische interventies bij VaD geëvalueerd wordt.