De diagnostiek en de psychofarmacologische behandeling van trichotillomanie
In dit artikel worden op basis van de recente literatuur twee vragen beantwoord. De eerste vraag betreft de diagnostiek: kan trichotillomanie worden opgevat als een variant van obsessief-compulsieve stoornis? De tweede vraag betreft de behandeling: zijn psychofarmaca, in het bijzonder serotonine-heropnameremmers, effectief in de behandeling van trichotillomanie?
Om de eerste vraag te beantwoorden wordt aandacht besteed aan het klinisch beeld, de comorbiditeit en andere diagnostische overwegingen. De verschillen tussen trichotillomanie en obsessief-compulsieve stoornis blijken te groot om de eerste vraag bevestigend te kunnen beantwoorden.
Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de klinische studies, verricht naar het effect van psychofarmaca in de behandeling van adolescenten en volwassenen met trichotillomanie. Naast twee gecontroleerde studies worden zeven open studies beschreven. De resultaten lopen sterk uiteen en zijn inconsistent.