Depressie bij ouderen in de bevolking
In deze literatuurstudie worden gegevens over prevalentie, incidentie en beloop van depressie bij ouderen besproken. Depressie in engere zin blijkt een zeldzame aandoening te zijn bij ouderen in de bevolking. Depressieve syndromen komen echter veel voor.
De betekenis van deze milde depressieve syndromen is vrijwel ononderzocht. Uit de gegevens die beschikbaar zijn ontstaat een weinig optimistisch beeld. Ook het beloop van `depressies in engere zin' is bij ouderen vaak niet gunstig.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht blijkt leeftijd een weinig consistent effect te hebben op depressie. Sekse, sociaal-economische variabelen, lichamelijk functioneren en sociale steun hebben de meeste invloed. Verandering van lichamelijk functioneren is hiervan de belangrijkste. Persoonlijkheidsvariabelen zijn vrijwel ononderzocht.
Gepleit wordt voor beloopstudies waarbij depressieve verschijnselen in samenhang met andere aspecten van functioneren in de tijd worden vervolgd. Op grond hiervan kan worden beoordeeld of er een blinde vlek in onze huidige psychiatrische classificatiesystemen bestaat.
Het is de vraag of er een grote groep ouderen is die een potentieel heilzame behandeling van hun depressieve symptomen wordt onthouden. Deze vraag kan alleen worden beantwoord aan de hand van interventiestudies.