Nederlands onderzoek naar een relatie tussen religie en psychiatrische aandoeningen
In dit artikel worden twee Nederlandse studies betreffende de relatie religie en psychiatrische ziekte met elkaar vergeleken. In de eerste studie wordt een verband gelegd tussen vitale depressie respectievelijk psychogene psychose en het lidmaatschap van het kerkgenootschap de `Gereformeerde Gemeenten'. Dit lidmaatschap wordt door de auteur in zijn conclusie als een `risicofactor voor de geestelijke gezondheid' bestempeld. Het hier gehanteerde `case-control'-onderzoeksschema heeft echter een aantal knelpunten die de onderzoeker onopgelost laat.
In het tweede onderzoek zijn deze knelpunten ondervangen. Daar wordt een relatie tussen kerkgenootschap en het (relatieve) aantal opnameaanvragen gelegd. Deze relatie betreft niet de inhoudelijke levensovertuiging als zodanig, maar een sociologisch kenmerk van de betreffende groeperingen, de `socioculturele integratie'.
De conclusie van de auteur is dat
_ voor dit doel prevalentieonderzoek de voorkeur heeft boven case-control-onderzoek;
_ zo er al een correlatie blijkt, kunnen ook andere (bijvoorbeeld sociologische of biologische) kenmerken daar verantwoordelijk voor zijn.