Gedwongen opneming in de gemeente Den Haag
Onderzoekers hebben gepoogd na te gaan of, over de periode 1982-1986 in Den Haag, de veranderde ministeriële richtlijnen rond de gedwongen opname van psychiatrische patiënten gevolg hadden op het aantal opnamen met Inbewaringstelling (IBS) en/of Rechterlijke Machtiging (RM). Het aantal door de rechtbank afgewezen aanvragen tot opname met RM werd geïnventariseerd. Over de onderzochte periode blijkt een forse toename van het aantal opnamen met IBS. Het aantal opnamen met RM daalt. In totaal werden 57 aanvragen tot opname met RM afgewezen. Bij 16 (26.9%) patiënten vond binnen 1 jaar alsnog dwangopname plaats. Vóór 1980 was het een zeldzaamheid dat een afwijzing plaatsvond (Schudel). Er lijkt in Den Haag dus een duidelijk effect waarneembaar van de toegenomen juridische bemoeienis met de procedure rond de gedwongen opname. De nadruk ligt sterk op het gevaarscriterium en niet meer op het `bestwil-principe'. Schrijvers vrezen dat het psychiatrisch beeld van een patiënt moet verergeren alvorens tot gedwongen opname, dan vaak middels IBS, overgegaan kan worden.