Cyclische antidepressiva nader beschouwd
De laatste jaren zijn verschillende nieuwe cyclische antidepressiva in de handel gebracht. Van deze nieuwe middelen wordt beweerd dat zij even effectief zijn als de klassieke preparaten, maar dat zij op andere terreinen belangrijke voordelen bieden. In dit artikel wordt ingegaan op het beoordelen van de eigenschappen van (nieuwe) cyclische antidepressiva. Hierbij wordt aandacht besteed aan de betekenis van die eigenschappen van cyclische antidepressiva, die de basis vormen voor de thans gebruikelijke keuzecriteria. Het eerste deel is gewijd aan het beoordelen van de werkzaamheid. Vaak wordt tot werkzaamheid besloten zonder dat deze afdoende is aangetoond. Dit is met name belangrijk bij nieuwere antidepressiva, die meestal minder frequent zijn onderzocht. In het tweede deel worden de thans gebruikelijke keuzecriteria nader op hun waarde onderzocht. De auteur komt tot de conclusie dat de selectiviteit wat betreft remming van de monoamine-heropneming onbelangrijk is. Een tweede conclusie is dat ten onrechte verschil wordt gemaakt tussen activerende en sederende cyclische antidepressiva. Wat betreft de bijwerkingen moet vooral betekenis worden gehecht aan de anticholinerge werking en de invloed op de bloeddruk. Hoewel de klassieke antidepressiva worden gekenmerkt door ongunstige farmacokinetische eigenschappen, levert dit geen belangrijk keuzecriterium. De farmacokinetische eigenschappen van tweede-generatie-antidepressiva zijn niet opvallend gunstiger en bovendien is in de praktijk door het verrichten van plasmaspiegelmetingen correctie mogelijk.