De waarde van de GHQ als toestandsmaat
In dit artikel staan de volgende twee vragen centraal: (1) Kan de General Health Questionnaire (GHQ) als maat voor de ernst van psychopathologie worden gebruikt, of anders gezegd, volgt ze de veranderingen in de ersnt van het toestandsbeeld voldoende nauwkeurig, (2) leidt de door Goodchild en Duncan-Jones voorgestelde alternatieve scoringswijze van de GHQ tot betere resultaten. In een longitudinaal design werden bij 175 nieuwe psychiatrische polikliniekpatiënten driemaal de GHQ-28 en de Present State Examination (PSE) afgenomen. De GHQ-28 is een selfreport instrument voor de meting van psychopathologie, de PSE is een gestructureerd psychiatrisch interview waarmee het toestandsbeeld nauwkeurig wordt vastgelegd. De eerste meting vond plaats kort na de intake, de beide andere respectievelijk vier en tien maanden later. Op basis van de verkregen gegevens kunnen de volgende conclusies worden getrokken. De GHQ-28 blijkt, mits gecorrigeerd voor het herteseffect, een goede toestandsmaat, die veranderingen in de ernst van het toestandsbeeld (vastgesteld aan de hand van de PSE-Index of Definition) goed weergeeft. Maar de door Goodchild en Duncan-Jones (1985) voorgestelde alternatieve scoringswijze van de GHQ leidt niet tot betere resulaten.