Oorspronkelijk artikel
`Statistiatrie', nosologie en structuur: een vraag?
H. van Hoorde
De schrijver bespreekt de breuk tussen psychiatrische theorie en praktijk, aan de hand van twee paradigma's: de DST en de DSM-III. Het eerste betekent de invoering van een vervreemdend scherm tussen psychiater en patiënt. Het tweede wordt besproken wat betreft zijn verdienste, die ligt in zijn waarde als gereedschap voor research, het doel waarvoor de DSM-III is ontworpen. Het gebruik van de DSM-III als basis voor nosologische en structurele overwegingen leidt echter tot een verdere fragmentatie van de psychiatrie en van het denken van de praktizerende psychiater. De schrijver stelt dat het nosologisch denken dient ontwikkeld te worden op basis van psychoanalytische concepten.