Verslag van een onderzoek naar enkele psychologische aspecten van de dienstweigeraars
Eind 1971 werd er bij 176 dienstplichtigen, die dat jaar beroep hebben gedaan op de Wet Gewetensbezwaren Militaire Dienst, op vrijwillige basis een psychologisch onderzoek verricht. Voor het onderzoek werd van tevoren géén representatieve groep gewetensbezwaarden geselecteerd. Bij vergelijkingen achteraf lijkt het (grof geschat) dat onze groep gewetensbezwaarden vrij goed overeenkomt met de kenmerken van het landelijk totaal van gewetensbezwaarden. De ouders van de gewetensbezwaarden staan vrij positief tegenover het besluit van de gewetensbezwaarden de militaire dienst te weigeren. De voornaamste redenen waarom de onderzochte groep gewetensbezwaarden weigerden de militaire dienst te vervullen, waren in volgorde van opgave:
- algemeen zedelijke motieven,
- godsdienstige motieven,
- politieke motieven.
Volgens dit onderzoek lijkt het dat de psychosexuele ontwikkeling van de gewetensbezwaarden normaal is verlopen. Homosexualiteit komt bij hen niet vaker voor dan bijv. bij studenten. Volgens de gewetensbezwaarden was de gezinssfeer bij hen thuis in hun jeugd gunstig en ook relatie tot hun ouders werd door de gewetensbezwaarden positief beoordeeld. Eveneens beoordeelden de gewetensbezwaarden hun ik-ideaal (zoals ik in werkelijkheid ben), zowel als hun vader zeer positief. De identificatie met hun vader lijkt goed geslaagd te zijn.