De groep in psychoanalyse
Dit boek is anders dan je zou verwachten. Het is wars van cijfers, tabellen en gebruiksaanwijzingen. Het zet je als lezer meteen aan close reading en nadenken, diep nadenken. Van een psychoanalytisch georiënteerde tekst verwacht je wel een meer dan gemiddelde reflectie, maar nu dat in dit boek wordt gecombineerd met groepstherapie, lijken alle intellectuele trossen aangesjord te moeten worden om niet uit de boot te vallen.
Onder redactie van Mark Kinet heeft een aantal groepstherapeuten hun intellectuele krachten gebundeld in dit boek. De schrijvers van de afzonderlijke hoofdstukken hebben zich gespiegeld aan psychoanalytische denkers zoals Wilfred Bion, Antonie Foulkes en Jacques Lacan, geen alledaagse mix, maar het leidt wel tot een uitdagend avontuur.
Ik als min of meer naïeve lezer raakte onder de indruk van de tekst van Jacques Leroy, die een lang volgehouden analyse beschrijft van zijn tegenoverdrachtsgevoelens bij een schijnbaar uit de hand lopende groepssessie; de regels van de therapie werden bij herhaling geschonden met het uitageren en het bespreken van gedachten en gevoelens buiten de groep. Langs het zorgvuldig en consequent analyseren van de tegenoverdracht kwam er toch nog een creatief proces binnen de groep zelf op gang. Dat vind ik een mooie vorm van psychoanalyse: toegepaste psychoanalyse binnen een therapeutische groep, waarbij de therapeut niet stuurt en duidt, maar zijn eigen onbewuste laat meespreken in het groepsproces.
Op een of andere manier is het redigeren van de tekst erbij ingeschoten, want er staan veel zetfouten (of is dat niet meer de juiste term?) in het boek en er is zelfs een stuk tekst dubbel afgedrukt, wat bij mij een bevreemd gevoel opriep. Het onderwerp is echter belangrijk genoeg om goed verzorgd te worden, zeker wanneer het wordt belicht vanuit een andere dan gebruikelijke hoek.
Doorgaans worden wij bestookt met een bulk literatuur van Angelsaksische signatuur met veel cijfers, histogrammen en empirische gegevens, terwijl zij verstoken blijven van een theoretische reflectie, hetgeen vaak een mechanistisch nabootsen met zich meebrengt. Hoe verfrissend is het dan dat al die data worden overgeslagen om meer ruimte te laten aan de essentie van therapeutische processen. Dit boek ademt deze andere cultuur. Het subject wordt geplaatst in zijn sociale context in een wederzijdse afhankelijkheid en juist daar wordt ook het aangrijpingspunt van de groepsanalyse gelegd. Terecht, naar mijn mening.
De aard van de bijdragen is zeer heterogeen; van zeer kort tot erg lang (te lang als je het mij vraagt), van reflexief in de trant van een rêverie tot een kookboekvorm waarin de receptuur soms wat apodictisch uitvalt, van erg Nederlands tot zeer Belgisch.
Opvallend is de aanwezigheid van Lacan in bijna alle artikelen, terwijl Lacan bij mijn beste weten zich nooit heeft gewaagd aan groepsanalyse. Wel heeft hij geschreven over het subject in zijn context, maar dat is heel iets anders. Blijkbaar is zijn denken een grote inspiratiebron voor schrijvers over groepspsychoanalyse als toegepaste psychoanalyse.
Hoewel hij regelmatig geciteerd wordt, ontbreekt in deze bundel Ton Berk, die zijn sporen op het terrein van de groepspsychoanalyse in het Nederlands taalgebied toch wel heeft verdiend.
Alles bij elkaar een interessant boek over groepspsychoanalyse met soms verrassende en zeker niet alledaagse invalshoeken.
J.A.M. de Kroon