Schizophrenia: comprehensive treatment and management
Zoals uit de titel blijkt, ligt in dit boek de nadruk volledig op de behandeling en de aanpak van schizofrenie. Het is opzettelijk slechts door twee auteurs geschreven om tot een geïntegreerde en uniforme benadering te komen. Hierdoor onderscheidt dit boek zich van de meeste andere hedendaagse overzichtswerken. Herz is professor aan de University of Rochester te New York en Marder aan de University of California te Los Angeles.
In overeenstemming met de doelstelling van dit werk worden de neurobiologie, de diagnose, het verloop en de epidemiologie slechts beknopt besproken, zij het in een goede synthese met enkele interessante grafieken. Waarom in het hoofdstuk over de vroegtijdige preventieprogramma's het standaardwerk van McGorry & Jackson, The recognition and management of early psychosis (1999), niet vermeld wordt, is mij een raadsel; het Australische programma van Yung in de PACE clinic (Phillips e.a. 2002) wordt wel genoemd. Het hoofdstuk over de farmacologische behandeling valt op door een grote objectiviteit. Er wordt ook nog steeds een belangrijke plaats toegekend aan de langwerkende klassieke antipsychotica.
In het tweede deel van dit boek wordt de behandeling besproken per fase: de acute fase, de stabilisatiefase, de gestabiliseerde fase, en de rehabilitatieaanpak met sociale zelfredzaamheid training en cognitieve training. Vervolgens wordt aandacht geschonken aan case management en de assertive community treatment. De bespreking van de diverse vormen van psychotherapie is op deze manier verspreid over de verschillende behandelingsfasen, maar de belangrijkste vormen, zoals de individuele psychodynamisch georiënteerde psychotherapie, de cognitieve gedragstherapie, de sociale en cognitieve trainingen, de groepstherapie en de psycho-educatie komen aan bod. De auteurs zijn wel kritisch ten opzichte van de psychodynamische inzichtgevende therapie.
In het derde deel worden speciale problemen bij de behandeling besproken, zoals de aanpak van een eerste psychotische episode, de dubbele diagnose, toegespitst op druggebruik, depressie, de obsessieve compulsieve stoornis, somatische aandoeningen en polydipsie, en ten slotte de behandeling bij specifieke groepen, waarbij er geslachtsgebonden en etnische verschillen zijn, of bij ouderen en personen in de forensische psychiatrie. Sommige moeilijke klinische problemen worden echter niet besproken, zoals de katatonie en het maligne neurolepticasyndroom. De elektroconvulsietherapie wordt slechts terloops in een alinea vermeld en dat is toch merkwaardig voor een boek dat de nadruk legt op de behandeling, vooral als men er rekening mee houdt dat deze therapie veel in de Verenigde Staten wordt uitgevoerd. Ook de differentiële diagnose met epilepsie wordt veel te summier aangehaald.
Dit boek heeft zeker geen encyclopedische volledigheid. Pluspunten zijn echter dat het vlot en overzichtelijk geschreven is, geïllustreerd met vele klinische voorbeelden.
I.V.H. Wolfs