ROM in de ggz: behandeluitkomsten met specifieke en generieke instrumenten bij patiënten met angststoornissen; een cohortonderzoek
achtergrond Bij routine outcome monitoring (rom) wordt veelal gebruikgemaakt van generieke vragenlijsten. Dat kan het klinisch gebruik van de vragenlijsten in de weg staan en een onderschatting betekenen van de feitelijke behandelresultaten.
doel Nagaan of er verschillen zijn in de mate van vooruitgang op specifieke vragenlijsten voor angstklachten en de mate van vooruitgang op de subschaal Symptomatische Distress van de Outcome Questionnaire-45 (oq-45-sd).
methode Data van 604 patiënten met een angststoornis werden gebruikt. Uitkomsten op oq-45-sd werden vergeleken met zeven veelgebruikte vragenlijsten voor angstklachten. Gemiddelde verschilscores, effectgroottes en percentages betrouwbare verbetering werden vergeleken.
resultaten De effectgroottes van de oq-45-sd en de verschillende stoornisspecifieke instrumenten waren 0,80 of hoger. De correlaties tussen de verschilscores waren matig, evenals de samenhang tussen de mate waarin patiënten betrouwbaar verbeterden. In een derde tot de helft van de gevallen was er sprake van een discrepantie.
conclusie Behandeluitkomsten op de oq-45-sd en stoornisspecifieke vragenlijsten bij patiënten met angststoornissen zijn ongeveer even positief. Tegelijkertijd zijn discrepanties zichtbaar in de mate van vooruitgang. In overeenstemming met het advies van het International Consortium for Health Outcomes Measurement bevelen wij aan beide soorten vragenlijsten te gebruiken bij het evalueren van de voortgang van de behandeling.