Office-based buprenorphine treatment of opoid use disorder (2de ed.)
Dit boek, uitgegeven door American Psychiatric Association Publishing, heeft als belangrijkste doel artsen te ondersteunen bij het voorschrijven van buprenorfine. Het is primair geschreven voor de Amerikaanse situatie, die op belangrijke punten verschilt van de Nederlandse.
Voorschrijven van opiaten aan iemand die verslaafd is aan opiaten is in de Verenigde Staten gebonden aan veel regels. Zo mag methadon in dit kader in principe alleen voorgeschreven worden via daartoe aangewezen en erkende centra. Sinds 2000 mogen onder bepaalde voorwaarden artsen ook buiten deze centra medicijnen voorschrijven voor onderhoudsbehandeling of ontgifting bij afhankelijkheid van opioïden. Voor deze groep artsen is dit boek vooral geschreven. Het belangrijkste medicijn hierbij is buprenorfine, meestal gecombineerd met naloxon.
Vrijwel alle hoofdstukken eindigen met een korte samenvatting gevolgd door een aantal klinische pareltjes. Dat maakt het mogelijk om snel de belangrijkste punten uit een hoofdstuk op te pikken.
Het inhoudelijk deel, dat ook voor de Nederlandse praktijk grotendeels deel nuttig kan zijn, begint bij hoofdstuk 2. Hierin wordt de farmacologie van opioïden beschreven, met nadruk op specifieke kenmerken en op in de VS beschikbare vormen van buprenorfine. Effectiviteit en veiligheid van buprenorfine worden in een apart hoofdstuk beschreven, evenals diagnostiek bij een patiënt. Dit laatste is vooral gericht op het vaststellen van een stoornis in gebruik. Veelvoorkomende comorbide aandoeningen, zowel somatische als psychiatrische, komen niet in dit hoofdstuk aan de orde, maar in twee aparte hoofdstukken (10 en 11). Het zou logischer zijn geweest om deze hoofdstukken direct na het hoofdstuk over diagnostiek te plaatsen.
Voor een arts die buprenorfine wil gaan inzetten, is hoofdstuk 5 (Clinical use of buprenorphine) het nuttigst. Stap voor stap wordt uitgelegd hoe iemand in te stellen op buprenorfine. De afbeeldingen in dit hoofdstuk zijn overigens slechts gedeeltelijk van toepassing op de Nederlandse situatie. Onder andere de sublinguale film is in Europa niet beschikbaar.
Acute en chronische pijn worden afzonderlijk besproken, met nuttige tips over wat te doen bij postoperatieve pijn en wat te doen als buprenorfine tijdelijk gestaakt zou moeten worden. Ook twee bijzondere doelgroepen, adolescenten en vrouwen met daarbij aandacht voor zwangeren, komen apart aan de orde.
Bij de meeste hoofdstukken beschrijven de auteurs ook een of meerdere cases. Hoewel een aantal hiervan typisch Amerikaanse elementen bevat, geven de meeste toch voldoende stof tot nadenken: individueel, maar ook te gebruiken samen met andere.
Samenvattend: hoewel het boek gericht is op de Amerikaanse situatie, bevat het ook voor de Nederlandse situatie zinvolle onderdelen. De klinische pareltjes en de cases maken het ook bruikbaar als studiemateriaal.
P. Vossenberg, verslavingsarts Knmg/arts Maatschappij & Gezondheid, Arnhem