Onderzocht en ondervonden. Over de wetten van de passies
Het eerste hoofdstuk Let id be is in een nutshell een inleiding over wat een lacaniaanse psychoanalyse als theorie en praktijk kan betekenen.
Psychoanalyse in de diepte en breedte: de vlag dekt de lading. Het is een rijk geschakeerd verhaal van de mogelijkheden die psychoanalyse biedt. Tevens is het een verkenning van de raakvlakken met andere menswetenschappen zoals filosofie, psychiatrie en neurowetenschappen.
Het volgende hoofdstuk is een peripetie over seksualiteit en het wisselende belang die de hedendaagse psychoanalyse eraan hecht: Queen Victoria’s Secret. De auteur streeft een integratie van psychoanalytische stromingen na, wat zeer lovenswaardig is.
Het vierde hoofdstuk, Taalloze facetten van trauma, is hiervan een voorbeeld. Vanuit zijn grote belezenheid belicht hij veelzijdig het traumaconcept zowel theoretisch als klinisch psychotherapeutisch.
Ieder zijn Ding is een uitmuntende (patho)analyse van verliefdheid, liefde en passie ‘in alle staten’. Dit hoofdstuk is niet enkel een must voor elke ervaringsdeskundige - die we uiteindelijk allemaal zijn. Ook voor de professionele ‘ervaringsdeskundige’ kan dit een eyeopener zijn . Het overstijgt de zogezegd wetenschappelijke boekjes over liefde en seksualiteit.
Sweet violence. Over geweld in creatieve processen is de neerslag van een tweespraak met kunstenares amvk (Anne-Mie Van Kerckhoven). De titel dekt de lading. Psychoanalytische processen van ‘zot geweld’ (naar de titel van een kunstwerk van Rik Wouters) zijn subliminaal aanwezig in de (cre)a(c)tiviteit van sublimatie door de kunstenaar. De kernachtige afsluitende alinea verwijst naar de ‘wrong’ die de handtekening van de ‘echte’ kunstenaar is.
Het zevende en afsluitende hoofdstuk handelt over oorlog en trauma, posttrauma en de innerlijke oorlog in elk van ons.
De grote eruditie van de auteur toont zich niet enkel in de vele voetnoten (345 voor 184 bladzijden) – die het vlot lezen overigens wat afremmen – maar ook in de verscheidenheid van de thema’s die hij met de nodige diepgang uitwerkt. Het toont dat psychoanalyse een waardevolle, om niet te zeggen onmisbare, bijdrage blijft leveren aan de kliniek en de theorie. Met het motto van Slavoj Zizek ‘schuins beziend’ en hiermee verwijzend naar het fenomeen van de anamorfose uit de schilderkunst (enkel onder een bepaalde gezichtshoek zie je het object) kan de kracht van psychoanalyse begrepen worden als een ‘aha-erlebnis’ voor kliniek, kunst en wetenschap.
Kinet levert met zijn boek hieraan een particuliere bijdrage. Meer dan de moeite waard om te lezen dus.
M. Calmeyn, psychiater, Loppem