Hechtingsstoornissen. Praktijkgericht therapiehandboek voor ernstige hechtingsstoornissen bij kinderen (Vert. S. Nijon-Noorman)
De eerste publicatie van Hechtingsstoornissen, geschreven door de Deense psycholoog Rygaard, verscheen in het Frans in 2005. Inmiddels is dit boek in meerdere talen verkrijgbaar waarbij voor deze Nederlandse vertaling uit 2007 gebruik is gemaakt van de Engelse versie. Zoals in de subtitel wordt verwoord, is dit boek vooral bedoeld als een praktische handleiding voor de behandeling van kinderen met ernstige hechtingsstoornissen. Het boek is opgebouwd uit 16 hoofdstukken die verder inhoudelijk onderscheiden kunnen worden in een korte theoretische inleiding en een praktijkgerichte deel. In het theoretische deel (hoofdstuk 1-6) wordt de ontwikkeling van een hechtingsstoornis, vanaf conceptie tot volwassenheid, behandeld. Wat betreft ontwikkelingspaden is hierbij aandacht voor de gevolgen van een vroeg gestoorde hechting op de ontwikkeling van onder andere sensomotoriek, persoonlijkheid en sociale vaardigheden. Het eerste praktische deel (hoofdstuk 7-13) gaat over therapie en in het bijzonder over milieutherapie, die volgens de auteur de interventiemethode van eerste keus is bij de behandeling van kinderen met hechtingsstoornissen. De hoofdstukken zijn onderverdeeld naar leeftijd: milieutherapie vanaf de geboorte tot het derde jaar, voor kleuters, voor kinderen in de basisschoolleeftijd en voor adolescenten. Tevens worden in dit deel enkele capita selecta behandeld, waaronder adoptie en seksueel misbruik. De hoofdstukken 13-16 ten slotte bieden richtlijnen voor het organiseren van een therapeutische omgeving. De thema's betreffen: de persoonlijke ontwikkeling van verzorgers, de ontwikkeling van een professioneel behandelingsteam en methoden voor het werken in een behandelingsteam voor hechtingsstoornissen. Hechtingsstoornissen is een bevlogen geschreven boek door een maatschappelijk geëngageerde auteur. Een belangrijke punt van kritiek evenwel is het theoretisch uitgangspunt dat Rygaard hanteert. De titel van het boek dekt niet de inhoudelijk lading: het gaat in feite over gedragsgestoorde kinderen met een levensverhaal van ernstige verwaarlozing en/of mishandeling. Natuurlijk behoort een vroeg gestoorde hechting tot een van de belangrijke risicofactoren voor het ontstaan van ontwikkelingsstoornissen, maar anders dan Rygaard in zijn boek suggereert, wordt de uiteindelijke ontwikkeling van het kind bepaald door een ingewikkelde interactieproces tussen meerdere risicofactoren en beschermende factoren. Ondanks deze theoretische bezwaren beveel ik dit boek aan voor professionals en geïnteresseerde lezers. De (aantrekkings)kracht ervan ligt vooral in de talloze sprekende praktijkvoorbeelden en de handvatten die de auteur biedt voor de begeleiding en behandeling van deze buitengewoon moeilijke doelgroep. Voor een beter en genuanceerder begrip van de theoretische concepten 'hechting' en 'hechtingsstoornis' verwijs ik naar het oorspronkelijk werk van Bowlby.
M. Wiznitzer