Autism and creativity. Is there a link between autism inmen and exceptional ability?
Dit boek begint met inleidende hoofdstukken over onder meer creativiteit, talent, genialiteit, en over de diagnostiek van autisme en het syndroom van Asperger. Daarna volgen besprekingen van vijf historische personen die de combinatie vertoonden van een uitzonderlijke getalenteerdheid en creativiteit, terwijl ze tegelijk aan de diagnose van het syndroom van Asperger voldeden. Eenieder met kennis van statistiek en epidemiologie zal nu hopelijk concluderen dat de vraag die de ondertitel van dit boek vormt - Is there a link between autism in men and exceptional ability? - niet adequaat beantwoord wordt op empirische gronden. Dat neemt niet weg dat de narratieve fenomenologische insteek van dit boek zijn waarde heeft. De kern, en ook wel het hoogtepunt, is het uitvoerige hoofdstuk over de filosoof Wittgenstein. Zich baserend op twee biografieën - een over het eerste deel van zijn leven, en een ander over het tweede deel - wijst Michael Fitzgerald, een hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie uit Dublin, overtuigend op de aanwezigheid van een autistismespectrumstoornis bij Wittgenstein. Overigens, het feit dat Wittgenstein niet sprak voor zijn vierde jaar is meer in overeenstemming met de diagnose hoogfunctionerend autisme dan met die van het syndroom van Asperger. Vanuit Wittgensteins fundamentele handicap in talig en communicatief functioneren wordt getracht een verbinding te leggen met diens filosofische werk, eerst de Tractatus en daarna de Philosophical Investigations. Het gemis aan metacommunicatief inzicht bijvoorbeeld heeft fundamenteel bijgedragen aan de apodictische en enigmatische stijl en opzet van de Tractatus. Vervolgens heeft het - voor Wittgenstein - pijnlijke besef van de contextgebondenheid van alle communicatie bijgedragen aan de thematiek van de Philosophical Investigations.
Andere historische figuren die besproken worden zijn Lewis Carroll, de dichter William Butler Yeats, Ramanujan, een wiskundige uit India, en Sir Keith Joseph en Eamon de Valera. De laatste twee zijn als politicus bekend geworden in Groot- Brittannië en Ierland. De redeneringen in dit boek zijn interessant, maar helaas niet altijd overtuigend en dwingend. Het gevaar van romantisering van de handicap ligt op de loer, en ook het verwarren van gebrek en handicap enerzijds en uitzonderlijk talent anderzijds. Onvoldoende wordt de mogelijkheid onder ogen gezien dat Wittgenstein een uitzonderlijke talent was, naast of los van zijn psychiatrische handicap, en niet dóór zijn handicap. Een bijzondere vorm van comorbiditeit zo men wil. Al met al wel een boek voor de superspecialist.
J.K. Buitelaar